Vissen in de Vlaamse Ardennen

Vorige zondag ben ik met Jonas, Daan en Dries visjes gaan vangen in de Vlaamse Ardennen. Eigenlijk wouden we kwabaaltjes gaan zoeken, maar deze hebben we niet gevonden. Toch vonden we er enkele Bermpjes en Stekelbaarsjes. Later vonden we een supermooie beek met Bronlibellarven, Beekdonderpadden en Beekforellen. Enkele foto's van onze vangsten.

Driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus) op 13 november 2011 te Maarkedal

Bermpje (Barbatula barbatula) op 13 november 2011 te Maarkedal

Een bosbeekje in de Vlaamse Ardennen met onderstaande soorten

Bronlibellarve (Cordulegaster boltonnii) op 13 november 2011 te Brakel

Beekdonderpad (Cottus rhenanus) op 13 november 2011 te Brakel

Beekforel (Salmo trutta fario) op 13 november 2011 te Brakel

Beekforel (Salmo trutta fario) op 13 november 2011 te Brakel

De rugvin en vetvin van Beekforel

Beekdonderpad

In 2005 werdt de rivierdonderpad (Cottus gobio) door duitsers doormiddel van oa genetisch onderzoek on 8 soorten verdeeld. Voor België betekend dit dat we nu 2 Cottus soorten hebben: de rivierdonderpad (Cottus perifretum) en de beekdonderpad (Cottus rhenanus). Ze zouden eenvoudig uit elkaar te moeten houden zijn. De rivierdonderpad is op flanken (bijna) volledig bezet met doorntjes terwijl de beekdonderpad hoogstens wat doorntjes heeft onder de borstevinnen. Let wel op dit kenmerk geld enkel voor dieren kleiner dan 6 cm, bij grote mannetjes van de rivierdonderpad kunnen de stekels zelfs volledig afwezig zijn. Voor afbeeldingen van dit kenmerk zie klikje en klikje.

Een jaar geleden vond ik een vergeten populatie in de Vlaamse ardennen. De populatie was al meer dan 20 jaar niet meer waargenomen en is de meest Westelijke populatie van de Vlaamse Ardennen. Ook ligt relatief ver van de andere populaties. Heel zot dat zo dicht bij me thuis deze visjes voorkomen en dat ze ondanks de grote milieudruk zich weten stand te houden en voort te planten.

Beekdonderpad (Cottus rhenanus) op 3 oktober 2011 te Zottegem

Zeeviskes 2

Zaterdag nog eens naar Cap gris nez geweest. Ditmaal met Bram Conings. Ditmaal was het nog lager water en konden we langer vangen. Waardoor we extra soorten konden vangen. Hieronder nog enkele beelden.

Kleine wormzeenaald (Nerophis lumbriciformes) te Audresselles op 1/10/2011

Zwarte grondel (Gobio niger) te Audresselles op 1/10/2011

Heremietkreeft

Vreemd zeemonster (Zeespin, Nymphon sp.)

Zeeviskes

Dinsdag ben ik met Jonas Mortelmans visjes gaan vangen aan Cap Gris Nez. We zagen een tiental soorten en hadden elk een aquariumpje vol om te fotograferen.De streek is er gekend voor zijn stenige kusten en de bijhorende fauna.Zeker voor herhaling vatbaar en dan ga ik ook naar het andere zeeleven kijken.Hieronder enkele beelden.

5 soorten vis in het aquarium te Audresselles op 27/09/2011

Gehoornde slijmvis (Parablennius gattorugine) te Audresselles op 27/09/2011

Gehoornde slijmvis (Parablennius gattorugine) met de typische horentjes te Audresselles op 27/09/2011

Groene zeedonderpad (Enophrys bubalis) te Audresselles op 27/09/2011Check de kleurvariatie!

Groene zeedonderpad (Enophrys bubalis) te Audresselles op 27/09/2011

Groene zeedonderpad (Enophrys bubalis) te Audresselles op 27/09/2011

Steenslijmvis (Lipophrys pholis) te Audresselles op 27/09/2011

Steenslijmvis (Lipophrys pholis) te Audresselles op 27/09/2011

Gewone pitvis (Callionymus lyra) te Audresselles op 27/09/2011
Voor Jonas zijn fotos:http://jonasmortelmans.blogspot.com/2011/09/fish.html

Mooiste beek ooit!

Beekje te Forêt D'anlier op 9 juli 2010


Beekjes zoals ze moeten zijn!


Bronlibel (Cordulegaster boltonii) te Forêt D'Anlier 0p 9 juli 2010


Bronlibel larve met de typische monddelen
te Forêt D'Anlier op 9 juli 2010


Parend koppeltje Beekschaatsenrijder (Aquarius najas)
te Forêt D'Anlier op 9 juli 2010


Jonge Rivierkreeft (Astacus astacus) te forêt D'Anlier 0p 9 juli 2010


Massa's grote waterranonkel te Forêt D'Anlier op 9 juli 2010

Deze zomer tijdens het JNM-zomerkamp Les étailes sur étoiles was een van onze laatste excursies naar dit prachtige gebied Forêt D'Anlier. We kamen aan dit prachtige beekje aan waar ik al van ver aan de over een kreeft van een vuist groot zag zitten.

De bronlibellen en de bosbeekjuffers vlogen ons om de oren. De beek zat vol met rivierdonderpadjes en af en toe ook eens een kleine beekforel. Verder zaten er op de beek verschillende koppeltjes beekschaatsenrijders. De vrouwtjes waren superdik, hun achterlijf was zwaar opgezwollen waarschijnlijk omdat ze binnenkort zouden eieren afzetten.

Ook vond ik er het zeldzame behaarde beekschrijvertje (Orectochilus villosus). Een heel toffe soort van Rheofiele wateren die afhankelijk is van waterplanten (Fonteinkruiden maar ook andere) in beken om zich voort te planten. Super gemakkelijk te onderscheiden van andere schrijvertjes. Deze is super smal en langgerekt en heeft als enige een duidelijke beharing.

Verder vonden we nog in de beek: Gewone beekloper, vuurjuffer, Pryrische mutsen, haak- en gewoon sterrenkroos, grote waterranonkel, grote egelskop, sporen van waterspitsmuis en wasbeer, bronmos, beekdwergduikertje (Micronecta poweri) en nog veel meer!

Buiten aan het brugje dit de beek volledig zijn goesting ze kon kabbelen waar ze wou. De natuurlijke processen van erosie en afzetting waren er doodnormaal en er waren geen sporen van menselijke inmenging.

Zo zouden alle beekjes moeten zijn!!

Dagje naar zee

Duinpoel in zwinbosjes op 20 November 2010

Laatste zaterdag ben ik met JNM Bovenschelde naar de zee geweest. In de Zwinbosjes vonden we deze vrij recent aangelegde poel. Hierin vonden we Agabus bipustulatus, massa's A. nebulosus, Colymbetes fuscus, Sigara sp., Corixa punctata en Notonecta viridis.
Het poelstje was voor het overgrote deel heel ondiep maximaal 25cm. Enkel achteraan was er een diepere zone met kranswieren. Anders was er bijna geen beplanting. Enkel wat wortelhout en bladafval. A. nebulosus is een typische soort voor aan de kuststreek. Hij is silicofiel (zoutminnend) en een pionier die vrij snel nieuwe plassen koloniseerd.

Steekmug op 23/06/2010 te Scheldewindeke

Steekmuggen planten zich voort via het water. De larven hangen ondersteboven aan de wateroppervlak waar ze via een buisje naar lucht ademen. Met hun kaken filteren ze allerlei zwevende deeltjes uit het water door deze heel snel te bewegen. Steekmuggen kunnen zich zelfs in de meest marginale waterplasjes voortplanten. En in droge jaren zoals vorig jaar hebben ze maar een heel klein aanbod aan watertjes en zijn ze dus minder talrijk.